Passen en trappen

Ook dit is een onderdeel van het totale voetbalspel. Het gaat niet specifiek om het trappen van de bal, maar om het passen en trappen in relatie tot de bedoelingen van het voetbalspel. Het bereiken van een medespeler of de bal trappen om een doelpunt te maken. Het is een middel om iets in het spel te bereiken.

Het mag duidelijk zijn dat de kracht in eerste instantie heel bepalend kan zijn. Daar wordt in de gegeven oefeningen ook duidelijk verschil in gemaakt. In de aangeboden oefeningen is altijd iets te winnen. Bijvoorbeeld door in een doeltje te schieten of tussen twee pionnen te passen. Er wordt bewust gekozen voor veel herhalingen, maar ook voor veel variatie tijdens de oefeningen. Er moet uitdaging zijn voor de jeugdspelers.

Belangrijk is op welk gedeelte van de voet de bal moet worden geraakt. De praktijk leert ons dat bij alle leeftijdsgroepen dit nog te verbeteren valt. Het raken van de bal met effect en het doorzwaaien tijdens de trap. Het uitvoeren van een korte pass (binnenkant voet), een lange pass (wreeftrap) of een boogbal. Voldoende oefenstof om dit onderdeel steeds weer, op elke leeftijd, te gaan verbeteren.